Interview met Arjan Uitbeijerse

Voor dit gesprek trokken we naar het verre Limburg waar we bij een knus en knispe­rend haardvuur en onder het genot van enkele Duvels Arjen Uitbeijerse aan de tand voelden. De locatie lag halverwege Arjens en onze woonplaats en werd ons gastvrij ten dienste gesteld door Gills & Scales­hoofdman Bob Cuyvers die ons rijkelijk van drank voorzag. Het werd een zoete inval want korte tijd later vielen ook nog Vincent Van Den Abeele, die een weekend had ge­vist op Bobs water alsook Dreambaitsbaas en Arjens aassponsor Mario Gijbels binnen. Het gesprek ging zowat alle kanten uit, ide­aal voor een namiddagje interviewen dus!

Arjen is een man van vele talenten. Naast een uiterst succesvolle kanjerjager is hij te­vens redacteur en mede-eigenaar van het Nederlandse karperblad ‘Spiegel’.

Hij staat te boek als een toffe peer en gent­leman en is daarom naast zijn kwaliteiten als visser het perfecte uithangbord voor me­nig sponsor.

Arjen is pas 31, maar het lijkt of hij al eeu­wen meedraait. Het zou teveel tijd en plaats innemen om zijn ganse carrière te belich­ten, maar we wilden er toch enkele dingen uitlichten en delen met jullie.

 

Veel leesplezier met Gefluister tussen het riet aflevering 27!

Hoe lang vis je al Arjen?

Wij woonden aan het water, meer bepaald vlakbij een kleine, ondiepe sloot die achter ons huis liep. Mijn ouders moesten een hek laten plaatsen omdat ik als kleine jongen al enkele keren in die beek gedonderd was. Dus ik ben altijd al aangetrokken geweest door het water. Die sloot achterin de tuin stond in verbinding met een groter water­stelsel en mondde ergens uit in een plas. Er zaten daar een vijftigtal karpers die ik al op vrij jonge leeftijd met de korst belaagde. Dat deed ik enkele jaren met veel overgave. Maar daar kwam abrupt een einde aan toen die tijdens een forse winter allemaal vastge­vroren zaten in het ijs.

Toen moest ik wel uitwijken. En dat was dan naar de nabij gelegen ‘Pettenplas’. Ik zat toen pas in de middelbare school dus ik moet een jaar of twaalf geweest zijn. De grootste vis daar was een spiegel die we de ‘Grijze’ noemden, een vis van een kilo of 18. Er zaten verder nog 2 dertigers op. Op dat water heb ik veel geleerd van de oudere jongens die toen allemaal al een auto had­den. Ik moest er op de fiets naartoe (wel eens een hengel tussen de spaken gehad), je kent dat wel. We spreken dan van het jaar 1997-1998.

Klinkt inderdaad bekend. En toen?

Op een gegeven moment hadden we al die vissen gevangen en was de onderlinge con­currentie met die oudere jongens ook over. In den beginne was er nl. toch enige strijd. Maar dat veranderde dus, ze sloten me als snel in de armen en namen me mee naar andere wateren in Nederland, maar ook in België en Frankrijk.

Wanneer was dat?

In 1999 was mijn eerste Frankrijktrip. Een dertien dagen lange blank op Orient. Wel­kom op het echte werk!

Vervolgens ging het naar Monapeteuil en Vielle Forges. Daar ving ik wel wat vissen maar op Vielle Forges had men toen net een partij kleinere vissen uitgezet. En daar ving ik er wel wat van. Ook wel een paar derti­gers nog hoor, maar niks spectaculairs. Maar goed, voor die tijd waren dat beste vissen en ik was daar ook wel tevreden mee. Daar kwam ik Sjoob en Roald tegen die me wat later introduceerden op Du Der.

En ging het dan die kant uit?

Ja, plots kwam Du Der helemaal op het voorplan bij me. Ik denk dat ik in de erop volgende jaren zeker 30 trips naar Du Der heb gedaan. Heb er vaak op de dagzone gevist. Ik sliep dan ‘s nachts op de camping. We voerden stekken aan en visten die dan af. Toen kon je in pakweg 3 dagen zo’n 30 vissen vangen.

Daar ving je ook je eerste veertigers niet?

Jazeker, mijn eerste vis was meteen een 23,3 kg. Op het grote meer. Dat was in 2002. Saillant detail: ik had de vissen ge­vonden in een ‘kommetje’ en had er een emmer voer overheen gestrooid met de bedoeling om ze vertrouwen te geven en er de dag erna op te vissen. De volgende ochtend kom ik aan en gooi er een hengel op waarna ik prompt een 16 kg vang. Helaas was mijn lood tijdens de dril losgekomen en ik had geen reservelood bij me, dat lag nog op de camping waar ik overnachtte en dat was een kilometer teruglopen Goede raad was duur! Na wat brainstormen kwam ik op de volgende oplossing: Ik haalde de batterijen uit m’n fototoestel en bevestigde deze aan een breeklijntje en gebruikte die zo als ‘loodgewicht’ Een half uur later ving ik daar die 23,3 kg op!

Ik ben nooit meer boven dat gewicht ge­raakt trouwens. Wel op het Nord Bassin waar ik later ben heengegaan. Daar heb ik trouwens mijn langste sessie ooit gedaan. Een trip van 3 weken in augustus 2003. Ik had toen veel contact met Ruud Hageman en Kees Deelder en met hen wisselde ik heel veel info uit. Er waren zo’n 3 â 4 heel goeie dagstekken en wij wisten dat dus we tipten mekaar. Er zat toen een vis van een kilo of 27 kg als grootste. Die ving ik nooit, maar ik had wel enkele 24 kg+ vissen!

Het was een superleuke visserij, heel actief en veel vis vangen. Relatief makkelijke vis­serij ook maar wel slopend door het altijd heen-en-weer pendelen naar de camping. In 2004 is er een grote vissterfte geweest en toen ben ik gaan uitwaaieren naar andere wateren.

Waar ging het toen heen?

Ik belandde vervolgens op de wateren in en rond Lyon. Daar kwam ik in aanraking met een aantal andere problemen zoals dwergmeerval bijvoorbeeld. Die regio stikt er van. Longeville is een van de bekend­ste voorbeelden. Je mocht er toen enkel in het weekend nachtvissen. Ik zat dan op een camping in de buurt en ging er door de week voeren waarna ik dan door de week elders viste en in het weekend mijn nach­ten ging meepikken op Longeville. Ik ving een paar vissen en keerde in de week terug naar de omringende wateren. Het was er toen natuurlijk ook nog niet zo druk. Ik viste overal daar in de buurt want ik spendeerde zowat de ganse zomervakantie in Frank­rijk, 6 tot 8 weken. Ik heb in die schooljaren trouwens in heel Frankrijk gevist: Madin­ne, Stock (met de benzinemotor op pad), Gondrexange, Cassien, St.-Croix,

Cormoran­che, rivieren ook Rhône, Moezel, Seine…, teveel om op te noemen eigenlijk.

Hoe belandde je dan van het grote openbare wate­ren op btw’s?

Dat kwam doordat ik Bob Davies had leren kennen. Die had een btw, lac de Serreire ge­naamd. Naast Serreire was er ook nog een kleiner water op zijn domein ‘Badgers Holt’ en dat was een van de eerste btw’s die ik beviste.

Vond ik een fantastisch water waar ik heel erg graag heb gevist. ‘Jojo’, de topvis ving ik zelf drie keer. Ik ving er uiteindelijk alle grote vissen. Heb er slechts een keer of vier gevist trouwens. Ik heb de laatste keer tijdens een zomertrip bijna de ganse populatie topvissen gevangen. Ik mocht toen van Bob uitzonderlijk echt om het even welke aassoort gebruiken die ik wilde (normaal was er een ban op be­paalde partikels) en het was niet normaal hoe de vissen erop reageerden!! Heeft me echt aan het denken gezet! Was in de perio­de 2008, geloof ik.

En vervolgens?

Dan ben ik via jou een eerste keer op Rain­bow beland. Jij was zo vriendelijk om me eens mee te nemen (nadat ik bijna de oren van je kop had gezaagd).

Dat was in november 2008 op stek 18. Jij zat met Tonnie Schrijver op 19. Ik werd in mijn eentje gedropt op 18 en vond het meteen fantastisch! Ook al had ik die sessie maar twee vissen (een dertiger en een veertiger) en ik ving die pas helemaal op het einde van de week. Maar dat was de start van een lange nog steeds durende amourette. Die beginperiode was trouwens best wel lastig hoor! Ik had toen enkel wintertrips en het vissen is dan een stuk lastiger natuurlijk dus het duurde wel wat voor ik het echt in de vingers had.

We komen straks wat uitgebreider op je fabu­leuze Rainbowjaren te­rug, maar laten we eerst eens focussen op je Ne­derlandse/Belgische visserij.

We zijn nu bijna 10 jaar met ‘Spiegel’ bezig dus dat moet 2006 zijn geweest dat ik wat targetvisserij in Nederland en België ben gaan doen. Ik ving toen een grote schub in Nederland in de regio Arnhem. 27,8 kg, de topvis van het water. De andere grote vis verspeelde ik spijtig genoeg kort ervoor. Er was dat bewuste voorjaar nog geen vis gevangen. Ik ging uitzonderlijk een nacht­je doen in het weekend terwijl ik daar an­ders nooit in het weekend viste. Ik ving een schub van 22,4 kg, de eerste vis die er dat jaar afkwam. Voeren hielp daar niet, er zat zoveel natuurlijk voedsel dat een paar boi­lies rond je haakaas volstonden. Voeren hielp daar niet, er zat zoveel natuurlijk voedsel dat een paar boi­lies rond je haakaas volstonden. 

Er stond ook veel wier, omdat het een heel ondiep water was en je had er ook veel last van meerkoeten. Het diepste punt was amper 2 meter.

‘s Ochtends verspeelde ik ‘Skippy’, de nr. 2 van het water, hij was scheppensklaar, ik herkende hem en ineens klapte de lijn… Ik zou maar tot de ochtend vissen, dus ik draaide mijn andere hengel in en gooide hem op de plek waar ik die 22,4 kg en ‘Skip­py’ had gehaakt en een half uur later ving ik dan De ‘Lange’, de topvis. Het was rede­lijk vroeg in het voorjaar, dus er lagen nog een pak kansen open. Dat zette me aan om vervolgens naar een ander water te gaan. Meer bepaald naar het genaamde ‘Jalink’in Westervoort en daar heb ik nog voor de paai het ganse bestand gevangen. Een water dat uit drie delen bestaat. Je kon eigenlijk alleen goed vissen op het middengedeelte. In tegenstelling tot het middenstuk dein­den de oevers van de andere stukken heel erg waardoor je na het vangen van een vis de rest verstoorde, maar ik had daar iets op gevonden.

Ik had er een paal gezet waarrond ik kon vissen. Op die manier kon ik ook in het ach­terste gedeelte vissen vanaf het middenge­deelte. Ik voerde er flink en ving zo tot 7, 8 vissen per nacht. De ‘Grote Spiegel’ en ‘Two Tone’ waren de beste vissen: veertigers. Die ‘Two Tone’ was drie jaar niet gevangen en ik ving die trouwens twee keer binnen de tien dagen op een zig.

En België?

Daar heb ik veel met Bart Voeten gevist! On­vergetelijke periode! ‘s Winters veel op het ‘warme water’ in Genk. Heb daar een schub en een spiegel boven de 25 kg gevangen. Het eerste jaar viste Bart ‘s nachts stiekem op het Koet en had ie die winter 4 vissen. De tweede winter gingen we samen naar ‘t Koet maar ondanks 15 nachten hardnekkig proberen vingen we niks…

Frank Cleeren had ons geïntroduceerd op ‘t warme water en hij voerde ook voor ons. Het was voor mij 200 km heen en terug en dat vaak voor een enkele nacht. We visten zondag- dinsdag- en donderdagnacht. Gek­kenwerk eigenlijk en ik ben ook een keer overkop gegaan, slaaptekort en vermoeid­heid, onverantwoord eigenlijk… Maar ja als je jong bent doe je gekke dingen hé…
We hebben er veel graskarper gevangen ook, een keertje vier grasjappen boven de 20 kg. Ik sliep er ook bijna niet, je ligt er op een schuine kant en ben natuurlijk constant alert. Voeten daarentegen, die legt zich neer en slaapt als een roos tot zijn wekker afgaat (of zijn bieper). Het verbaast me tot de dag van vandaag dat hij nooit vanaf die schuine kant in het water is gerold. We hadden er nachten van soms 25 vissen! Maar later ging het steeds moeilijker. En uiteindelijk zijn we er gestopt en gingen we andere oorden op­zoeken. Die grote schub (één van die twee vijftigers die ik ving) zag ik trouwens even voor ik hem ving, zwemmen in het kantje!

Heb verder met Bart ook een pak putjes bij hem in de buurt bevist.

Nog andere wateren aangepakt?

Jazeker, ik heb ook heel veel op het Kem­pisch kanaal gevist. Ik heb een half jaar stage gelopen bij Sun Parcks wat daar vlakbij ligt. Overdag werkte ik daar en ‘s nachts viste ik zowat elke nacht! Ik ging dan elke ochtend buurten bij Super Eddy die op Sibelco zat. Ik was zijn fotograaf, zeg maar. Ik heb toen de ganse winter op het V-kanaal, de Congovaart en het Kempisch gevist. Veel geblankt eigenlijk. Op de Congovaart liep het het best. Daar heb ik Pieter Avonds goed leren kennen en Phil Cottenier natuurlijk ook.

Goed, laten we het maar eens hebben over je laatste jaren want die springen er qua vangs­ten echt bovenuit. Villedon, Rainbow, Graviers. Geen enkel water leek veilig voor je in 2015?

Klopt, 2014 was al ongelooflijk. Ik had 81 vissen boven de 20 kg, maar 2015 was nog een stuk straffer! Zeker qua topvissen. Ik had er 15 boven de 30 kg. Twee van Gra­viers, beide topvissen. Best wel een hard water, het moeilijkste btw dat ik ooit heb bevist. In de najaarssessie hadden we met zijn vieren slechts 1 vis de nr. 2 ‘Brown Fish’ op 39,6 kg (zie cover). ‘Scar’ had ik op 16 juli al (afgepaaid) op 41,2 kg. En bij mijn favoriete ‘Nieuwe maan’! Het is echt niet normaal hoe vaak er dan overal grote vissen op kant komen. Moet je maar eens in het oog houden!

‘Scar’ is er in het najaar niet meer uitge­weest maar moet zeker 45 kg+ zijn ge­weest. Nu, ik moet wel zeggen als Luke Moffat (de eigenaar van Graviers) deze plek niet had uitgebaat en gemaakt tot wat het vandaag is dan was ‘Scar’ al lang dood ge­weest. Hij is heel erg streng wat visbehan­deling betreft. Je mag bijvoorbeeld niet met een vis aan land komen. Je moet de vissen in het water fotograferen. Zakken is uiter­aard ook uit den boze.

Tijdens de juli trip had ik Dreambaitsbol­len gemengd: Voodoo + (die blauwe) en Krill & Octopus gemengd en daar Minamino overheen en laten intrekken. (Ik deed dit trouwens ook op Rainbow). Altijd normaal haakaas, geen pop-ups en doorgaans veel gevoerd. Op Graviers iets minder omdat het daar niet zo hard liep, het was 35°C eind juli, wel met een volle maan. En in november liep het helemaal niet (‘Brown’ was de eni­ge vis die week en maar één van een paar vissen in een ganse maand die er daar toen uitkwamen).

Die juli trip had ik 8 vissen, Marco die mee was had er 2. Het gekke op Graviers is: ze springen altijd in een andere zone dan dat je vist. En het verneukeratieve is: als je je hengels legt waar ze springen schuiven ze op. Je moet dus de mazzel hebben dat ze gewoons schuiven naar waar je zit. Ik had los van ‘Scar’ ook nog een 24 kg. Ik had vis­sen zien liggen en had er een hengel opge­legd. Ik dacht die gaat snel af, niet dus. Pas tijdens de derde nacht kreeg ik ineens een fluiter op die plek. Ik schiet de boot in en ga aan het drillen. Gek genoeg zie ik tijdens de dril een koplamp op het water, dus Marco was ook aan het drillen. Daar had ik niks van meegekregen want onze biepers ston­den uit (enkel de zender binnen in de tent stond aan). Dat was wel apart want je mag eigenlijk niet samen op het water. Er moet altijd iemand bij de hengels blijven op kant. Maar aangezien ik niet wist dat Marco ook al op het water zat, tja… Gelukkig was Luke, de eigenaar op vakantie anders had ik tegen mijn kloten gehad!

Nu, ik kreeg later wel een grappig tekstbe­richt van hem met de vraag of die maat van me maar één zwembroek (een blauwe) bij zich had? Hij had de ganse boel zitten fil­men en had via zijn I-foon elke dag ons in het oog zitten houden vanaf zijn vakantie­adres. Gelukkig niet ‘s nachts! Gekke kerel die Luke!

Ik ving ‘Brown’ trouwens een paar uur voor de verschrikkelijke aanslagen in Parijs. Die vangst zal dus zal altijd wel een beet­je geconnoteerd zijn met de vele doden in Parijs… Niet normaal hoeveel helikopters en vliegtuigen er die nacht voorbij geko­men zijn.

Je vist tegenwoordig ook op Villedon hé?

Ik ben in 2015 voor de eerste keer in maart naar Villedon geweest. Had 26 vissen tot 27 kg. Het is een leuk water vooral omdat het in het voorjaar (door zijn ondieptes) zo snel op gang komt. Ik kijk er dus  naar uit om er weer heen te gaan. Het voorjaar is er super, maar naarmate het jaar vordert gaat het wat bergaf. Het najaar is er doorgaans minder goed trouwens. Dit jaar doen we trouwens met de man­nen van The Carp Specialist een groepstrip waar we met twintig man terug gaan naar Villedon.

Ok, dan zijn we aanbe­land bij Rainbow, met name je successtorys op stek 21 en het Eiland, laat je vooral gaan!

Ja, die stek 21 is me al genadig geweest! Vorig jaar in mei zat ik er 2 weken, de eerste week met m’n vismaat Ralph, de tweede met Bob Cuyvers. (Ralph ving de eerste nacht al ‘Erics Common’ trouwens). Zondagochtend had ik dan de ‘Dikkopschub’ op 32,6 kg (een vis die ik nu vier keer heb). De eerste drie dagen hadden we drie vissen boven de 35 kg (‘Erics’, ‘Ten Scales’ op 37,4 kg en ‘Perfect C’ op 36,6 kg). Bizar genoeg liep het slecht in de weken voor ons. Maar wij hadden 93 vissen in twee weken. De tweede week was wel een stuk minder. Een jaar eerder hadden we er 104, dat was nog gekker!

Op het Eiland had ik in oktober 2015 ook een abnormaal goeie sessie met 103 vissen in 2 weken!

Nu ja, 21 en het Eiland zijn ook stekken die ik ken als mijn broekzak én door de hoge waterstand van de afgelopen jaren zat er met name op 21 een pak meer vis dan anders. Dat speelde dus geweldig in mijn voordeel. Tot voor enkele jaren was 21 trou­wens niet zo gewild en helemaal geen gro­tevissenstek. Maar ja, de afgelopen jaren liep het daar als een lekkende tiet.
Is best bizar trouwens want het zou zomaar kunnen dat het de komende jaren weer helemaal keert en de vissen elders rondhangen in het voorjaar. Het heeft nu trouwens een stuk minder geregend en de waterstand is een pak lager dan anders dus dat speelt zeker mee.

Kan je ons eens wat uitleg geven over hoe je er vist?

Nou hangt ervan af welke stek ik bevis. Soms rechtstreeks met een dikke leader die goed zinkt, maar er zijn niet zoveel stekken waar dat kan. Vaak ook met een floater (ik gebruik nu die Avid Floats), daar blijven de beverrat­ten tenminste af want aan alle andere gaan ze knabbelen. Je moet wel een rubbertje over de clip van de floater schuiven anders buigen ze wat uit en kan de floater gaan ‘floaten’ op eigen benen. Ik vis trouwens ook niet meer met het zware lood zoals vroeger. Ik krijg merkelijk veel meer aanbeten op lichter lood! Ik had afgelopen jaren heel veel succes op die witte Coco & Banana boilies van Gulp. Ving ik echt super mee! Maar die worden niet meer gemaakt. Gelukkig heb ik intussen een andere topaasleverancier in de hoedanigheid van Dream Baits. Ik heb altijd al geluk gehad om met goeie bollen te kun­nen vissen. Je mag niet onderschatten wat dat doet met je vangsten! Afgelopen jaar viste ik met een combinatie van Voodoo en (gewone) Krill, één enkele 20 mm op de hair. Geen dubbele of pop-ups ook geen klein aas. In Super Kril l zit trou­wens de dubbele hoeveelheid Krill dan in de gewone Krill. Ik kan misschien ook nog meegeven dat ik pas na 15 trips mijn eerste 30 kg op Rain­bow ving. Ik zeg dit omdat iedereen denkt dat ze er zomaar op de kant springen.

Welke vissen ontbreken je eigenlijk nog?

Nou wel nog een reeks veertigers en vijfti­gers, maar van de echte top enkel nog Ken Dodd. Ik heb altijd al goed gevangen maar afgelopen twee jaar was wel heel erg uit­zonderlijk! Alles zat mee en de aanpak is na al die jaren natuurlijk ook gefinetuned. Ik ken het water en weet wat ik doe.

Hoeveel weken heb je er gevist?

Nou zo een week of 50 zeker. En gaan daar natuurlijk ook veel oerwoudverhalen over de ronde dat ik 30 weken per jaar in Frank­rijk zit, dat is natuurlijk niet zo.

Ja er doen de gekste verhalen de ronde over jou. Ik hoorde dat je ook do­ping neemt om al die lan­ge, slopende sessies door te komen. Wat is daar van aan?

Nu, de dag voor ons vertrek naar stek 21 (in mei 2014) wilde ik nog een klein dingetje in de auto leggen en er schiet wat in m’n rug. Ik kon amper stappen, laat staan rijden maar ben toch vertrokken. Puur op wils­kracht want ik verrekte van de pijn. Ik ging voor twee weken terwijl m’n vismaat Marco maar 1 week ging, dus moesten we apart rijden. De rit was hels maar ik raakte heel­huids ter plaatse. Marco drong er op aan dat ik bij de dokter zou gaan want hij zag het niet goed komen. Ik had op zaterdag van Bart Fox een ‘smeerstift’ gekregen om de pijn te verzachten, maar daar bleek ik aller­gisch voor dus ik had de dag later een kanjer van een rode vlek op mijn rug. Op zondag ving ik een 17 kg en ik kreeg hem niet getild en sloeg gewoon achterover. Er moest dus wat gebeuren!

Tja, karpervissen is een risicoberoep, ik kan er van meespreken, maar ga vooral verder!

Marco had intussen aan Pascal verteld wat ik had dus kwam zijn zoon Max me ophalen om naar de dokter te gaan. Die dokter had net een stagiaire, echt en prachtkind met fantastisch borsten die bijna uit haar doktersjas puilden en ik kon er mijn ogen niet afhouden. Iedereen lag plat van het lachen
toen ik mijn shirt uittrok want m’n rug zag intussen vuurrood van die allergische reac­tie. Nu, ik krijg zeker zes á zeven pijnstillers mee en van zodra ik die binnen had trok de pijn weg en werd het ijl in mijn hoofd (lacht). Gek genoeg begon ik ineens ook goed te vangen: ‘Perfect C’ op 38,3 kg ook nog een 23 kg erbij, enfin dus de pillen kwa­men op het goed moment anders had ik ze nooit kunnen tillen! Later die dag kwamen er ook nog een 26 kg spiegel en de magistrale ‘Scarface’ op 35, 2 kg bij. En Marco, die ving een zestiger met de pen, achterin de baai op 21! De tweede week stond ook vol van de avon­turen. Ik ving toen Briggs op 34,8 kg. Een vis waar ik al heel lang achteraan zat. André, die mijn compagnon was in die 2e week sloeg overboord terwijl hij een hen­gel wegbracht en terwijl ik ‘Briggs’ aan het drillen was.

Je had stiekem jouw pil­len in zijn koffie gedraaid om hem buiten strijd te zetten of wat?

Ja inderdaad, maar dat weet hij tot op de dag van vandaag niet, hopelijk leest hij dit niet… (lacht)… Enfin, dat was de bedoeling maar echt goed lukte dat niet want André ving ook enkele grote bakken!

Je hebt ook veel met Eric, de in Spanje wo­nende Engelsman gevist niet?

Ja, bijzonder veel. Leuke kerel, goeie visser ook. Sukkelt wat met zijn gezondheid de laatste jaren, maar het gaat momenteel ge­lukkig weer wat beter! Hij zit nu ook wat in de tackle-industrie. Hij verkoopt tijgers en ook boilies en zo. Opvallend aan hem was dat hij nooit veel vissen ving op Rainbow maar steevast de echte bakken! Volgens mij omwille van stek-keuze, aaspresentatie en zijn hele aanpak eigenlijk. Hij vist altijd diep, kent de stekken ook bijzonder goed en hij liet zijn hengels ook steevast bijzonder lang liggen.

Rainbow is echt wel be­langrijk voor je hé?

Ja, het heeft me op een bepaald moment echt wel enorm beziggehouden Ik was er echt door geobsedeerd. Dat is wat het water met je doet! De eerste jaren sliep ik niet de nacht voor ik moest vertrekken. Stress, zenuwen, opwin­ding. En het gaat niet alleen om de geweldi­ge bakken die er zwemmen, het heeft ook te maken met de ganse entourage daar. De mensen die je er ontmoet, de contacten, enfin, het totaalplaatje. De ganse (karper) wereld komt er samen, weet je? Wij tweeën zijn natuurlijk ook heel erg be­zig
geweest met het in kaart brengen van het bestand, dat is/was ook bijzonder op­windend om de opmars van al die vissen door de jaren heen te zien. En ook al de ver­schillende stekken die stuk voor stuk hun eigenheid hebben en anders bevist dienen te worden.

Je viste afgelopen jaar ook een eerste keer op dat btw in het noorden zijnde Feuilette. En al meteen ving je de ‘Gele’, de topvis…

Ja klopt, 34,2 kg. Tijdens de eerste week van september. Dat was met Kevin Dhondt. Wel grappig, want er zitten ongeveer 1200 vis­sen op en ik wou natuurlijk net die vangen. Vang ik hem ook! Ik was er eigenlijk al in 2014 een paar dagen geweest (door een an­nulering). We vingen toen de eerste nacht een berg vis, maar toen viel ‘t stil (te heet). Dus in 2015 kreeg ik een herkansing en ging ik terug en nu voor een ganse week. Ik had 63 vissen en de ‘Gele’ zat er dus bij. Dat is nu de grootste vis, vroeger was dat de ‘Lange’ (topte ooit 36 kg+) maar die is wat terug­gevallen en zit nu om en bij de 32 kg. Ik heb toen nog wat aas zitten uitdelen aan jongens die problemen hadden met hun bollen (die beschimmelden al na 24 uur) en ze vingen er die week ook de
‘Lange’en de ‘Grote Schub’ (de andere 2 topvissen) op. Dat was de allereerste keer dat de drie top­vissen er in dezelfde week uit waren!

Omdat we ook eens kri­tisch uit de hoek wil­len komen, willen we er ook enkele iets meer prikkelende vragen tussengooien! Je hebt door de jaren heen voor een pak fabri­kanten en aasmerken gevist. Hoe komt het dat je zo vaak verandert van sponsor?

Goede vraag! Je wordt bij elke Duvel scher­per! In de beginjaren klopte dat wel ja, ik denk jong en onbezonnen? Eigenlijk door verschillende redenen. Ben wel heel blij dat ik met iedereen nog een goed contact heb. Inmiddels ben ik een stuk rustiger en denk niet dat ik nog snel switch. Dat is voor niemand goed uiteindelijk.

Je staat intussen bekend als een (uiterst succes­volle) kanjerjager. Ben je er jezelf van bewust dat jouw vangsten mogelijk een compleet vertekend beeld geven van wat kar­pervissen voor vele ande­ren is?

Absoluut! Laat me beginnen met het feit dat iedereen zijn visserij op zijn eigen ma­nier moet beleven en ervan moet genieten. Mijn laatste seizoenen zijn ongekend, maar ik ben niet het type persoon dat zichzelf continu op de borst slaat. Ik vis graag en laat iedereen in zijn waarde. Ik ben ook niet op zoek naar een bepaalde waardering. Vind het leuk om succesvol te zijn, maar doe het voornamelijk omdat ik deze manier van vis­sen het allermooiste vind. Daarbij, er zullen ook wel weer veel mindere jaren komen…

Om af te sluiten, hoe zie je je eigen toekomst? Vis­gewijs gesproken dan? Welke wateren wil je nog aanpakken ?

Eigenlijk heb ik het afgelopen jaar een beet­je een probleem voor mijzelf gecreëerd door alle vissen te vangen die voor de komende jaren op mijn verlanglijstje stonden… Toch zijn er nog legio wateren waar ik graag wil vissen. Zo ga ik bijvoorbeeld dit jaar voor de eerste keer naar Teillatts (meteen 2 x zelfs) en ik zou daar wel één van de grote schubs willen vangen. Ook begint Du Der weer wat meer te trekken. Het kan ook zo­maar zijn dat ik wat meer in andere landen van Europa ga vissen. Voor deze zomer staat er bijvoorbeeld een trip gepland met Jeroen Albers naar Oostenrijk. Dit kan echt heel bijzonder worden, maar hierover later meer. Natuurlijk blijf ik gewoon op de wateren vis­sen waar ik al vis (Rainbow enz).

Succes Arjen en bedankt om ons te woord te staan!

Related posts

Interview met Chris De Clercq

Interview met Bleyenberg Stefaan-Ait Messaoud

Dubbel interview met Sven Hoebeeck & Stef Michiels (deel 1)