Op een kille januaridag spoorden we goedgemutst naar de Belgische kust. Niet om er te rijmen en te dichten of zoals de meeste gelukzakken om vakantie te houden. Ook niet om eens broodnodig uit te waaien op het strand van Bredene of met de benen languit onder tafel te genieten van mosselen met friet en een fris schuimend biertje, maar om onze zeer gewaardeerde collega Chris De Clercq aan de spreekwoordelijke tand te voelen en hem een aantal prangende vragen voor de voeten te werpen.
Dag Chris, bedankt om ons te ontvangen en te woord te staan!
Dag Alijn! Wel kom! Ik moet zeggen dat ik je met veel plezier ontvang. Niets beter toch dan op een donkere, regenachtige middag met een lekkere tas koffie en taart (ja, we worden oud) wat karperpraat uitwisselen. Bovendien heb ik ook nog enkele Duvels in de koelkast klaargelegd, kwestie van de kelen gesmeerd te houden;- )
Waarom ga je eigenlijk vissen? Is het louter om te vangen, is het omwille van het avontuur, de natuur, de sfeer aan de waterkant, de kameraadschap van andere vissers….?
Het is voor mij een combinatie van al die factoren die je opsomt, vermoed ik. Maar waar het bij mij in hoofdzaak om draait is het feit dat ik gewoon enorm graag vis! En dat hoeft zelfs niet perse op karper te zijn. Overal waar ik kom heeft het water een enorme aantrekkingskracht op mij en ben ik mateloos gefascineerd naar het leven onder de waterspiegel.
Hoe lang vis jij al op karper?
Ik heb mijn eerste karpers in 1991 gevangen op de vijver van de Koningsbronnen in Brakel. Ik moet toen een jaar of veertien geweest zijn. Dat was, geloof ik, met de pen en sweetcorn en kort daarna draaide ik ook mijn eerste boilies met de hand. Een klassiek recept van gemalen kattenbrokken en tarwebloem was dat. Ik heb alleszins een foto in mijn geheugen gegrifd staan van een volschubspiegel van een kilo of vier die ik op die eerste ‘karpersessie’ ving. Wellicht heeft mijn moeder die foto nog bewaard. Eén van de weinige foto’s trouwens die mijn woelige jaren overleefd hebben. Er zijn in die rock ’n roll jaren heel wat fotomapjes verloren gegaan door mijn eigen toedoen en dus zit ik wel met een behoorlijk gat qua beeldmateriaal van die eerste jaren.
Al moet ik ook toegeven dat ik vooral de laatste vijftien jaar intensief met karper-vissen bezig ben. Wellicht de jaren van verstand die toegekomen zijn, want in mijn ‘wildere’ periode moesten de karpers vaak aan de kant voor de vele andere verlokkingen des levens. 🙂
Je bent oorspronkelijk afkomstig van Brakel, zuidoost-Vlaanderen en ik herinner me dat jij met ‘De Bende van Brakel’ af en toe opdook op de Geraardsbergse Gavers toen ik er nog viste. Ik woonde toen in Zarlardige, wat vlakbij Brakel was, we zijn dus ei zo na ooit buren geweest. Jij, Chris Vandenhaute, Gerrit Malrait en anderen doken er vaak in groep op. Met fietsen en brommertjes overvol geladen met visspullen. Ik zie de taferelen nog voor me. Er heerste ook een zekere rivaliteit tussen de lokale crew en jullie die van Brakel kwamen waar jullie tenslotte zelf ook een viswater hadden, niet?
Klopt! De Brakelse gemeente had in mijn tienerjaren het moeras, waar ik als kind salamanders ving, omgetoverd tot een recreatieplasje en daar zwommen toen een handvol karpers. Het was letterlijk op een steenworp van huis en ik was er dan ook dagelijks te vinden. Daar kwam ik de andere Brakelse karpermannen tegen: Chris, Gerrit, Joeri, Matthijske, Kristof, Jan,…
De Gavers had voor ons een mythische status: niet alleen zwommen er vissen van een formaat dat ons voorstellingsvermogen te boven ging. Bovendien hing er in die periode ook nog eens het kruim van de Belgische karperscene rond: Phil Cottenier, Ronny De Groote, Sven Hoebeeck en ook jij dus! Als kers op de taart had je dan nog het bontste allegaartje locals dat je je maar kan voorstellen. Zelfs schrijvers als Murakami of Houellebecq zouden tekort schieten om dergelijke personages in al hun geschifte complexiteit te bedenken: de Sterrenkijker, McDonald, Deneve, Ginoke Scooter, Kleine Witten, etc.
Het maakte allemaal een grote indruk op ons en alhoewel we dachten dat we klaar waren voor de strijd, zou het nog een poosje duren voor ik er echt voet aan de grond zou krijgen. ‘Skup’, de magische schubkarper en de grootste van het land, stierf ook in die periode, maar gelukkig kon ik eind jaren negentig nog enkele van die oude, legendarische vissen vangen. Vissen zoals ‘Kikker’, ‘Bisschop’ etc…) Ik had tegen dan ook mijn eerste auto gekocht: een ‘kaffiemetmelkkleurige’ Renault R4. Die auto werd door al mijn fratsen al snel legendarisch in Brakel en zat steevast propvol vismateriaal. Dankzij die auto werden al snel ook de eerste Kempisch kanaaltrips mogelijk. De ‘Bende van Brakel’ sprak op vrijdagavond steevast af aan jeugdhuis Alfa om vanaf daar dan in colonne (Chris VDH reed met een 205 GTI toen) naar KK 6-7 te racen. We plukten dan ook nog Joeri van de toog die in die periode kleinkunstallures had en steevast een gitaar meedroeg. Meestal werd hij in mijn koffer bijgepropt, met niets meer bij voor een heel weekend vissen dan de kleren die hij droeg en dus ook die gitaar. Nu nog vertellen we het verhaal van toen de achterklep van mijn R4 plotseling openschoot in de Kennedy-tunnel en Joeri half uit de koffer hing terwijl zijn gitaar voorgoed verloren ging.
Welke van je vangst(en) is/zijn je het dierbaarst, of met andere woorden: aan welke heb je de beste herinneringen?
Meteen schieten er vijf, zes vissen door mijn hoofd bij deze vraag. En als ik er langer over nadenk komen er nog wel enkele bij. Het is dus moeilijk om er één enkele te kiezen. Ik denk dat dit komt omwille van het type visserij dat ik beoefen: ontspanning en plezier komen bij mij op de eerste plaats en het is zeer zelden dat ik lang doorga op een water. Afhankelijk van het weer en hoe mijn muts staat, trek ik er wekelijks op uit. Dat kan op een water zijn waar ik vertrouwd mee ben of evengoed volg ik een nieuw spoor. Die afwisseling zorgt ervoor dat ik iedere week dolenthousiast aan een nachtje begin en regelmatig tegen een verrassing aanloop. Ieder vis krijgt op die manier zijn eigen verhaal en is me dierbaar.
In ‘Zilver’, het VBKBoek dat verscheen ter gelegenheid van het 25-Jarig bestaan van het VBK, pende je het verhaal neer van ‘Spot’, een grote spiegel van het bekende (en beruchte) West-Vlaamse ‘grotevissenwater’ waar destijds ook ‘Big Mama’ en ‘Knobbel’ rondzwommen. Echter, je hebt allicht nog veel meer vangsten, anekdotes van daar die je met ons kan delen?
Dat was het eerste water waar ik als ‘aangespoelden’ (Westvlaams voor nieuwe inwoner van de provincie West-Vlaanderen) aan de slag ging.
Het duurt natuurlijk eventjes voor je een database hebt opgebouwd met zinvolle opties voor alle periodes van het jaar, maar eens je die hebt is het een echt een leuke en actieve manier van vissen. Je bouwt op die manier een pak ervaring op en leert onderweg ook nog eens een boel toffe mensen kennen.
Hoe zou je je visserij omschrijven?
Zeg maar behoorlijk actief! Ik kan maar moeilijk stilzitten aan het water en ben dan ook steeds op zoek naar aanknopingspunten over het gedrag van de vissen. Karpers zijn namelijk geen apatische boi- lievreters die op jou liggen te wachten,
Je kent die verhalen wel: ‘Niet gemakkelijk hier hoor. Gemiddeld vijf nachten voor een aanbeet.’ En dan slaat pal op de middag na slechts een half uur vissen je hengeltop al krom. Kicken toch? Pas op, het is lang niet altijd feest en soms krijg je ze niet gevangen, wat je ook probeert. Maar die keren dat het wel lukt, dat doet mijn vissersbloed nog altijd sneller stromen.
Dezer dagen vertoef je ook regelmatig op Waals grondgebied, wat trekt je daar?
Vooral de rust en het onbekende: in tegenstelling tot hier zijn de vele kanaaltjes vaak
niemandsland en kom je er amper andere vissers tegen. Dat heeft natuurlijk te maken met het gebrek aan grote vissen op dat type wateren: ik moet er mijn eerste veertiger nog vangen, maar de goede herinneringen zijn er niet minder om.
Welke wateren of vissen zou je nog graag bevissen, maar heb je om wat voor reden ook nog niet de kans toe gehad?
Naar Limburg verhuizen zou al een eerste goede zet zijn: wat je in Engeland hebt met het magere Noorden en het overdadige Zuiden, vind je in Vlaanderen terug in het contrast tussen Oost en West. Na bijna twintig jaar in de provincie met in verhouding het minst grote karpers te hebben gewoond, zou ik wel evenveel tijd willen spenderen in Limbabwe: het land van melk en honing voor de Belgische karpervisser. Maar dat hoef ik jou niet te vertellen: je wordt maar bitter weinig gespot in onze contreien vermoed ik? 🙂
Serieus nu: ik denk dat we in België een uniek bestand aan grote vissen hebben rondzwemmen en uit het vangen van die monumenten haal ik het meest voldoening: vissen die vaak even oud zijn als ikzelf en op wateren zwemmen die niet zo makkelijk te kraken zijn. Dat zal altijd een stuk van mijn visserij blijven uitmaken. Ik zie het als een ode brengen aan ons bijzonder karperpatrimonium en hopelijk ook een inspiratie mogen zijn voor de nieuwe generatie echte vissers die nog op zoek zijn naar het waarom van die drijvende kracht in zichzelf.
Wat ik in de komende jaren ook nog wil doen is het bootvissen op de grote Franse reservoirs. Iets totaal onbekend voor mij, maar alvast een uitdaging van formaat. Ook in Frankrijk zwemmen adembenemend mooie karpers en daar zou ik er toch graag nog een paar willen van vangen.
Ik zag vorig jaar ook een geweldige knappe baars van je voorbijkomen. Belaag je ook andere vissoorten dan karper of was dat een eenmalig iets?
Ik vis regelmatig tijdens de verloren uurtjes met licht kunstaas op baars en snoek. Echt heel leuk en leerrijk om te doen. Zo ben ik in contact gekomen met Chris Chew, die consultant is bij Fox Rage.
Je bent een van de vele (bekendere) vissers die ook in het onderwijs staan. Is dat toeval of is daar een reden voor?
Dat moet beslist geen toeval zijn: schoolmeesters weten alles beter toch? 🙂
Door je vele promotiefilmpjes die je o.a. inblikt voor Fox en CCMoore ben je intussen wat heet een BV, wat doet dat me je? Vind je dat fijn of eerder vervelend, laat het je koud? Pas je je aan, let je meer op dan anders wat je doet, schrijft of post op sociale media?
Haha, gelukkig is het maar vissen en valt dat BV zijn enorm mee. Bovendien heb ik ook nog de bloednuchtere (enkel figuurlijk gesproken dan) nieuwe generatie broakelboys onder leiding van Kjell Deventer die me op regelmatige tijdstippen zeggen waar het op staat mocht ik willen gaan zweven: ‘Voetjes op de grond, De Clercq!’
Ik moet zeggen dat de meeste mensen die me aanspreken positieve feedback geven, en dat is ook een motivatie om op die manier verder te doen. En zoals ik hierboven al zei ga ik vissen omwille van het plezier.
Ik weet dat je een tijd geleden eens bedreigd bent omwille van die filmpjes. Leuk is anders!
Bedreigd is wellicht teveel gezegd, maar er wordt soms serieus onder de gordel geslagen op social media. Die mensen moeten dan natuurlijk niet verwachten dat ik daarop inga. Ik wil gerust naar een ander standpunt luisteren en daarover op een volwassen manier in gesprek gaan, maar we moeten ons dan wel afvragen waarover de discussie eigenlijk gaat. Het is namelijk maar vissen toch én bovendien op openbaar water? Mijn stek, mijn water, mijn vissen, … man toch, dan koop je beter een water en ga je daar gaan zitten. Bespaart je een vast een pak frustratie!
Wat vind je de belangrijkste gebeurtenis, evolutie of trend van de afgelopen jaren.
Ook hier richt ik me liever op het positieve en dat is in dit geval het gigantische talent dat de jongere generatie vissers heeft op het gebied van fotografie en video. Ik ben
niet te beroerd om toe te geven dat veel
van die piepjonge gasten mij echt wel geinspireerd hebben om ook voor mezelf de lat hoger te leggen qua fotografie. Petje af mannen!
Zijn er zaken uit het verleden die je met de kennis en wijsheid van nu anders zou hebben gedaan of aangepakt?
Haha, ik denk zowat alles in die eerste vijftien jaar karpervissen! Ik zei het deze week nog in een telefoongesprek met Luc (De Baets): wat een hoop onzin en dwaalsporen een mens allemaal doormaakt tijdens zijn zoektocht in het karpervissen.